Een vreemde onrust waart door de oude bomen van het Woud van Arduyn en de gevolgen daarvan hebben zich als een schaduw over de omliggende landen uitgebreid. Wat begon als een reeks onheilspellende geruchten, groeit nu uit tot een noodtoestand die ieders aandacht vereist. Honderden Khaliërs, bewoners van het mythische en eeuwenoude Arduyn, trekken in paniek de grenzen van hun woud over. Hele families, met kinderen op de arm en bezittingen gebundeld in haastige pakketten, zoeken hun toevlucht in nabijgelegen dorpen en steden.
De vluchtelingen verhalen van verschrikkingen die het begrip tarten. "De bomen sterven van binnenuit," zegt een oude vrouw, haar stem trillend van emotie. "De schors druipt van slijm en vreemde wortels kronkelen zich als slangen door de grond, alsof het bos zichzelf verslindt." Deze onbeschrijfelijke vervorming van de natuur doet vermoeden dat een mysterieuze kracht bezit heeft genomen van Arduyn, een kracht die zich niet enkel beperkt tot flora maar ook de menselijke ziel lijkt aan te tasten.
Een jongeman, de wonden aan zijn handen slecht verbonden, fluistert angstig: "Mijn broer kwam terug uit het diepste woud, maar hij was zichzelf niet meer. Zijn ogen waren leeg, zijn stem een echo van iets onmenselijks. Toen hij aanviel... ik moest hem stoppen maar het was alsof ik een waanzinnige bevocht." Overal waar de vluchtelingen komen, klinken soortgelijke verhalen: geliefden die terugkeren als vreemdelingen, huizen waar familieleden elkaar naar het leven staan, en dorpen die zich in bloedige chaos verliezen.
Zelfs de dieren van het bos, normaal zo schuw, schijnen bezeten. Vluchtelingen beschrijven hoe wolven, herten en zelfs vogels hen achtervolgden. "Hun ogen," zegt een banneling met een kind aan haar borst, "die ogen waren geen ogen meer van dit leven. Het was alsof het bos zelf ons wilde vernietigen."
De wijzen onder de Khaliers spreken met doffe stem over het einde der tijden. "Dit is geen gewone plaag," zegt een grijsharige man met een staf versierd met woudtekens. "Dit is het woud zelf dat sterft, en met het woud sterft ook ons volk. Onze stille beschermer heeft ons in de steek gelaten, dit is onze vloek."
Helden, genezers en wijzen worden uitgenodigd zich te verenigen want wat er in Arduyn gebeurt kan zich verspreiden als het onbeheerd blijft.