Jondal in het noordoosten is een relatief kleine provincie waar veel aan mijnbouw wordt gedaan. Het leven in Jondal is hard; de provincie wordt vaak geplaagd door trollen en nog steeds vijandige Khaliërs die zich buiten de wetten van het land stellen. Jondal is een ruige provincie met vele bergen. Door de vele steile kliffen worden paarden enkel ingezet als men buiten de provincie dient te reizen. Verder doen de inwoners van Jondal alles te voet. Lastdieren in Jondal zijn vooral de Gir’tha. Dit zijn berggeiten ter grootte van koeien die zelf grip hebben op de gladste en steilste kliffen. Goederen worden vaak vervoerd met manden of zakken die aan de Gir’tha worden gehangen. Jondal wordt voornamelijk bewoond door Mannheimers.
Vitthamer is de meest gekende stad in Jondal. Het is een rijke handelsstad die teert op de mijnbouw rondom. De stad zelf is gebouwd op een hoge rots waar de steengroeven rondom nu kaal en uitgedolven zijn. Met slechts twee toegangsviaducten is ze enorm beveiligd en haar hoge muren herbergen vele krijgers die op de uitkijk staan voor trollen en onguur gespuis. De krijgshal van Huis Stalhardt torent hier trots bovenuit en overschouwt de gehele streek.
Nachtgrauw is een beruchte streek in Jondal, in deze vallei komen het Dak & de Antariaanse bergen samen en werpen zo een bijna permanente schaduw over de streek, het beetje zonlicht krijgen de mensen aldaar op de hoge middag maar generaties lange overleving in het donker maakt dat deze bewoners zonschuw. De streek is dan ook zeer rijk aan trollen vanwege het geringe daglicht. Waarom deze streek bewoond blijft is vanwege de rijke mineraaladers van de twee bergketens.